Hoewel de Vrijmetselarij een traditionele inwijdingsorde is en een universele vereniging gestoeld op de Broederlijkheid, zijn de leden die er deel van uitmaken uiteraard wel mannen en vrouwen.
In 1972 werden de Franse Zusters van de “Grande Loge Féminine de France” (de Vrouwengrootloge van Frankrijk) uitgenodigd door de Belgische Broeders van het Grootoosten van België om uitleg te geven over hun doelstellingen, hun werking en vooral hun manier van arbeiden. Zij hebben bij de aanwezige profanen, waaronder ikzelf, bijzonder veel enthousiasme opgewekt; maar toch ook een serie vragen om de motivatie op het antwoord “ja, ik ben geïnteresseerd” te kunnen evalueren.
Verankerd in een gemengde profane omgeving, heeft dat bij mij toch enkele genuanceerde bemerkingen uitgelokt die voortsproten uit ondervinding: met name de moeilijkheid om een echte gelijkheid op te eisen, moet een vrouw niet steeds meer in haar mars hebben om erkend te worden? Is het bij andere vrouwen niet moeilijker om je vaardigheden te laten gelden? Zijn relaties niet meer gespannen?
Zich aansluiten bij een vrouwelijke beweging was dus echt wel de uitdaging…
Maar het was precies deze betekenis die ik wenste te leren kennen door toedoen van een essentieel symbolische methode. Weg met het uiterlijk voorkomen, de verleiding, de dominantie, de rivaliteit; ik zou lid worden van een filosofische beweging die “oprecht” zou spreken en mijn grenzen zou respecteren; ik zou de anderen mijn reacties kunnen laten horen en ik zou voor mezelf kunnen houden wat ik als geheim zou achten. Wat een programma! Hetzelfde kleed dragen maakt dat wij op voet van totale uiterlijke gelijkheid staan en de introspectie, het “ken uzelf” wordt er alvast eenvoudiger door!
In 1974, verbonden vrij jonge vrouwen, afkomstig uit allerhande socio-professionele milieus zich met het project. De Broeders namen de praktische oprichting voor hun rekening en, dankzij hen, werd er een Vrouwengrootloge opgericht in Brussel. Uit eerbied voor dit oude “vaderschap”, worden de Broeders toegelaten tijdens onze ceremonies.
Broeders-sprekers worden ook uitgenodigd in onze Werkplaatsen om de rijkdom van de diversiteit over een bezinningsthema te verbreden; maar… wel in beperkte mate. De aanwezigheid van Broeders is zowat te vergelijken met de vrienden die wij thuis uitnodigen; wij vinden ze leuk, maar willen wel niet met hen leven!
De systematische aanwezigheid van Broeders op onze Kolommen is niet aan de orde. De Zusters van de V.G.L.B. zouden er – zo meen ik althans – verraad in zien. Wij houden er allen aan om deze unieke ruimte – waarin de vrijheid zich te uiten, te denken, van diepe broederlijkheid… van fierheid erbij te horen – te koesteren.
De vraag over de keuze van een exclusief vrouwelijke Werkplaats wordt systematisch aan de profane gesteld tijdens de enquêtes en de ondervraging onder de blinddoek. Men heeft hen voorafgaand gesproken over de gemengde obediënties; zodat ze neutraal en objectief geïnformeerd worden over de mogelijkheden die de Belgische Vrijmetselarij te bieden heeft. Het is dus met kennis van zaken, zonder enige afwijzing, noch seksisme, dat de vrouwen toetreden tot de vrouwelijke Vrijmetselarij.
Wat is in mijn ogen meestal de motivatie om te kiezen voor een vrouwelijke Obediëntie? Zich onder vrouwen bevinden, zich in een andere context bevinden dan deze van de profane wereld met zijn gemengd karakter, zich vrijer kunnen uiten, niet onder het gewicht van een eventuele mannelijke dominantie, zich aanvaard te weten zoals men is, zijn emoties onder woorden te kunnen brengen, in alle discretie, banden van wederzijdse steun te weven.
Het belangrijkste zijn de werkzaamheden in de Loge, net als het werken aan zichzelf. Het is zeker zo dat bepaalde Zusters – die al heel wat maçonnieke ervaring hebben opgedaan in de vrouwelijke Werkplaats – zich zekerder voelen om hun plaats op te eisen in de profane wereld; zij voelen zich vrijer om hun gevoelens te uiten, voelen zich ondersteund door andere vrouwen die zich in eenzelfde situatie bevinden.
Het is als het ware zich herbronnen aan de vrouwelijke identiteit zonder naïef of te idealistisch te zijn; voor de vrouwen die eerder terughoudender zijn, betekent het hun plaats innemen. Het rituaal helpt ons hierbij; de indrukken, de werkzaamheden dwingen ons ertoe. Het betekent als het ware – als vrouwen en onder ons – volop de Vrijheid, de Gelijkheid en de Broederlijkheid beleven.
Ik geloof dat ik erin geslaagd ben jullie bondig te schetsen welke de redenen zijn die mij ertoe hebben aangezet de toetreding tot de vrouwelijke Vrijmetselarij aan te vragen. Onze Werkplaatsen arbeiden met verschillende ritualen; de keuze is ruim; elke Werkplaats heeft haar eigen karakter… het essentiële bestaat erin dat elke Zuster de opportuniteit geboden wordt om zich verrijkt te voelen door de nauwkeurig uitgevoerde arbeid en dat zij zich, bij het verlaten van de Zitting, in staat acht om de maçonnieke geest uit te dragen en zo haar bijdrage te leveren aan de opbouw van de profane wereld.
Dina