Grande Loge Féminine de Belgique •
Vrouwengrootloge van België

Zelfs geen angst (4/5) – Onzekerheid

Zelfs geen angst (3/5) – Radicalisme

Uit angst, verlegenheid of gewoon onverschilligheid durven we niet te kijken in het gezicht van hen die de miserie, en de mislukking van ons systeem belichamen; een systeem dat toch de ambitie had niemand in extreme armoede te laten. 

Vroeger was de dakloze marginaal, de Andere; vandaag is hij het symbool van de verwoestingen van de crisis. 

Het beeld van de dakloze, drankzuchtige clochard is voorbij want de onzekerheid spaart niemand.

Het raakt een groeiend aantal vrouwen met als voornaamste oorzaak echtelijke problemen. Minder zichtbaar dan mannen in het openbaar, zijn de vrouwen in problemen specifiek kwetsbaar, vooral omdat ze soms vergezeld zijn van kinderen. Het fenomeen van families in problemen groeit ook en overtreft ruimschoots de interventiecapaciteit van verenigingen die in het dagelijks leven handelen.

Maar hebben wij angst? En waarvoor?

Studies tonen aan dat we steeds meer twijfelen of we ooit dakloos worden, wijzelf of onze naasten. Hoe langer de economische crisis zich nestelt in tijd, hoe meer ze de dagelijkse realiteit binnenkomt en hoe meer de angst groeit. Vooral voor vrouwen die alleen kinderen opvoeden of gepensioneerden die verplicht zijn door te werken om op het einde van de maand de touwtjes aan elkaar te kunnen knopen. Bepaalde individuen zijn meer bedreigd: zij die moeite hebben banden te smeden, zij die al in een psychologische en materiele onzekerheid leven of nog de “zwervers”, de hardnekkigen die er nooit in slagen zich echt te vestigen.

Ons huis is onze bescherming, het is een deel van onszelf, van onze identiteit. Ook de angst zijn dak te verliezen, van het eigen familiale wereld verjaagd te worden, gaat ook over in de  angst om te verdwijnen: “Als ik geen adres meer heb, hoe kan ik dan anderen bereiken en wie bereikt mij?” Deze angst wordt vaak gevoed door gebrek aan vertrouwen om zelfstandig te handelen.

In ons onderbewuste trekt het beeld van de dakloze aan en tegelijkertijd stoot het ons af. Door zijn exclusie belichaamt hij alles wat we niet aanvaarden. En wij vermoeden hetzelfde te kunnen kennen want, al bij al, als hij het is, waarom wij dan niet? Vandaar onze tweeslachtige attitude, veroorzaakt door medelijden en afstoting.

Hoe overwinnen we deze angst om met daklozen geconfronteerd te worden, zelfs het te worden? … Dit terwijl we het fenomeen zien groeien, in de straten van de grote steden, we worden er alom mee geconfronteerd. Als Vrijmetselaar hebben we de eed afgelegd zonder oponthoud te werken aan de vooruitgang van de mensheid. Aanvaarden dat vrouwen en mannen op straat leven, is onaanvaardbaar.

Laten we onze maçonnieke werktuigen gebruiken voor meer solidariteit en recht, om waardigheid te geven aan deze door het leven gekwetste mensen. Laten we deelnemen aan een van de talrijke initiatieven die voor hen bestaan:

  • Daklozen opvangen, er naar luisteren, toelaten zich te plaatsen, een culturele of sociale activiteit aanbieden;
  • Hygiënische en gezondheidsgerichte diensten aanbieden, kleding, …;
  • Helpen met de administratieve aanvragen;
  • Ontvangstructuren organiseren;
  • Onzekere personen begeleiden in hun zoeken naar een duurzame woonst, hun ondersteunen tijdens hun integratie;
  • Initiatieven opstarten naar eigenaars om mensen in een onzekere situatie, te willen accepteren;
  • Nieuwe modulaire behuizing, zoals de ‘habitat light’, modulair logement of klein logement, geïntegreerd in leegstaande gebouwen.

Inderdaad, op onze weg komen we daklozen tegen. Laat ons proberen een dialoog op te zetten, kijk hem aan om hem vertrouwen te schenken. Vraag hem of hij iets nodig heeft. Zovelen negeren hen die op straat staan. Ze zijn de onzichtbaren. Hen goede dag zeggen, een goede dag toewensen, dat maakt ze zichtbaar. Laten we proberen de koppeling te maken. Het is moeilijk, maar zo belangrijk.

Besluit

20190422-18

Zelfs geen angst (5/5) – Besluit